Hildegard van Bingen 1098 – 1179), was een Duitse benedictijnse abdis en geldt als eerste vertegenwoordigster van de Duitse middeleeuwse mystiek. Zij was onder meer actief op het gebied van religie, kosmologie, wetenschappen, filosofie, compositie en muziekbeoefening, poëzie, plantkunde en linguïstiek. Zij was de eerste componiste uit de geschiedenis van de klassieke muziek die bij naam bekend is.
Op 10 mei 2012 verklaarde paus Benedictus XVI haar heilig en op 7 oktober 2012 werd haar de eretitel van kerklerares verleend.
Hildegard werd geboren als tiende kind van graaf Hildebert van Bermersheim, in een adellijk gezin dat woonde op het slot van Bermersheim, niet ver van Alzey. Voor haar opvoeding werd ze op haar achtste overgedragen aan de zorg van Jutta Von Sponheim,[noot 5] abdis van het klooster te Disibodenberg, dat ressorteerde onder een groter klooster van benedictijner monniken.[noot 6] Ze leerde van Jutta Latijn, enkele van de middeleeuwse artes liberales, het lezen en interpreteren van de psalmen en andere Bijbelteksten, de liturgie en de regel van Benedictus. Al op haar vijftiende jaar legt zij de gelofte af. Als Jutta in 1136 sterft, neemt Hildegard de leiding van de vrouwengemeenschap over en wordt abdis.
Hildegard als componiste
Als componiste schreef Hildegard (Hilde=strijd) het mysteriespel Ordo Virtutum, "Orde der deugden", een gezongen drama voor vrouwenstemmen met één partij voor mannenstem (de duivel), dat ze componeerde voor de nonnen van haar klooster. Daarnaast componeerde zij ongeveer 75 gezangen voor de liturgie op basis van haar visioenen: een kyrie, een alleluia, 35 antifonen, 19 responsoria, zeven hymnen en zeven sequenties, in de middeleeuwen belangrijke poëtische en muzikale vormen in de liturgie.
Er bestaan verschillende opnamen van haar muziek, met name door ensembles als Gothic Voices en Sequentia Köln. De muziek van Hildegard van Bingen is vandaag vrij populair geworden in de stroming van de New Age. Ze beïnvloedt ook hedendaagse toondichters als Arvo Pärt en Sofia Goebaidoelina.