Camille Saint-Saëns, een Frans componist, pianist en organist, werd op 9 oktober 1835 geboren te Parijs als enig kind van vader Jacques-Joseph Victor Saint-Saëns en moeder Clemence Collin. Zijn vader, financieel medewerker van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, stierf vlak ná de geboorte van Camille op onverklaarbare wijze. Zijn moeder en zijn oudtante Charlotte Masson bekommerden zich over zijn opvoeding.
Saint-Saëns groeide op in een stimulerende sfeer. Vooral zijn oudtante had een grote invloed op hem. Door haar kwam hij in aanraking met literatuur en muziek. Ze gaf hem zijn eerste pianolessen. Met nog geen vier jaar schreef hij zijn eerste muziekstukjes. Zijn oudtante Charlotte stimuleerde Camille in zijn muzikale ontwikkeling en op zevenjarige leeftijd werd hij ingeschreven voor pianoles. Tevens ging hij op orgelles.
Het eerste optreden van Saint-Saëns vond plaats in de Salle Pleyel te Parijs in het jaar 1846 (50 jaar later schreef hij voor zijn jubileum zijn vijfde pianoconcert, Het Egyptische). Bij zijn debuut in de Salle Pleyel deed hij het publiek verstommen door hen naar keuze een van de 32 pianosonates van Ludwig van Beethoven voor te spelen. Saint-Saëns blonk in zijn jeugd ook op andere gebieden uit. Zo kon hij al op zijn zevende Latijn lezen en toonde hij vroeg een grote interesse voor natuurwetenschappen als geologie, archeologie, botanie en astronomie. Met een leeftijd van dertien jaar werd hij zonder problemen aangenomen op het conservatorium van Parijs. Zijn eerste symfonie schreef hij toen hij pas achttien jaar was.
Saint-Saëns steunde ook op eigen initiatief jonge componisten als Richard Wagner, Franz Liszt en Robert Schumann. Zo organiseerde hij concerten waar beginnende componisten hun werken konden voordragen. Vanaf zijn 30e bevond Saint-Saëns zich in de gelukkigste periode van zijn leven. Hij componeerde 12 uur per dag en wijdde zich met liefde aan het promoten van Franse muziek. In 1861 werd hij aangesteld als leraar aan het Niedermeyers Instituut voor Kerkmuziek wat ten doel had kerkmuziek in de Franse kerken te verbeteren. In die tijd raakte hij goed bevriend met zijn leerling Gabriel Fauré.
De Duitse muziek begon vanaf de jaren 70 van de 19e eeuw een steeds grotere opmars in Frankrijk te maken. Dit tot grote tegenzin van de nationalistisch ingestelde Saint-Saëns. Daarom richtte hij het Société Nationale de Musique op; een organisatie die zich bezig hield met het promoten van Franse muziek.
In 1875 trad Saint-Saëns in het huwelijk met de toen 19-jarige Marie Truffot. Het huwelijk was gedoemd te mislukken. De dood van hun beide kinderen bevorderde de relatie niet. De 2,5 jaar oude André Saint-Saëns viel uit het raam van de derde verdieping van hun woning en Jean Saint-Saëns overleefde een kinderziekte niet. Deze twee enorme tegenslagen vielen binnen een 1,5 maand tijd. Camille gaf zijn vrouw de schuld van de dood van zijn zoons en op een vakantiereis in 1881 verliet hij haar.
Ter compensatie van zijn eigen gezin ging hij zich bekommeren om de kinderen van zijn leerling Fauré. Dit mocht echter niet baten en op 53-jarige leeftijd dacht hij aan zelfmoord. Zijn gezelschap bestond alleen nog uit twee honden en zijn dienaar Fauré.
In 1886 componeerde hij Het Carnaval der dieren. Dit werd waarschijnlijk het bekendste werk van Saint-Saëns, maar hij heeft er geen noot van gehoord. Hij vond het stuk als serieus componist niet bij zijn imago passen en hield daarom een uitvoering tegen. (De Russische choreograaf Michel Fokine zette Cygne (zwaan) uit Het Carnaval der dieren onder de titel De stervende zwaan in 1907 om in een bekende Balletsolo voor ballarina Anna Pavlova. De stervende zwaan is nog steeds de meest gedanste balletsolo in de wereld.)
Wat Saint-Saëns alleen nog kon plezieren waren zijn verre reizen. Hij ging graag naar Algerije en Egypte. Deze reizen beïnvloedden hem voor nieuwe composities als de Suite Algérienne en zijn vijfde pianoconcert, Het Egyptische. Uiteindelijk had Saint-Saëns alle Europese landen, Rusland, de Verenigde Staten en Zuid-Amerika bezocht. In Uruguay componeerde hij het volkslied van dat land. Ook in het Verenigd Koninkrijk was hij populair. Hij trad bijvoorbeeld op voor Koningin Victoria en schreef een lofzang ter gelegenheid van de kroning van Edward VII in 1901 waarvoor hij de Royal Victorian Order kreeg.
Hoewel hij in zijn laatste levensjaren mateloos populair buiten Frankrijk was, gold dit niet voor in Frankrijk zelf. Zijn muziek werd door andere componisten zwaar bekritiseerd, wat grotendeels een reactie was op zijn onaangename persoonlijkheid, en maakte plaats voor de modernere muziek van Franse componisten als Claude Debussy. Verbeten maar toch zo zeker van de zaak als hij was, deed hij er alles aan om Debussy het moeilijk te maken. Een uiterst succesvolle tournee door de Verenigde Staten van Amerika deed zijn aanzien in Frankrijk er nog steeds niet op vooruit gaan. Hij stierf op 16 december 1921 te Algiers.